Positie als organist
Activiteiten
Publicaties over orgels en muziekgeschiedenis
Organist te Wijlre
sinds oktober 2013
orgel Gebr. Müller uit Reifferscheid, 1861
Manual C-g''' Positiv Pedal C-c' Foto Ton Notermans
Principal 8' Principal 4' Subbas 16' (open)
Cornett 4 f. D Bourdon 8' Violon 16'
Bourdon 16' Flautraver 8' D Octav 8'
Principal 16' D Salicett 8' Posaun 16'
Hohlflaut 8' Fernflaut 8' D
Gamba 8' Flaut 4' Koppel Pedal-Manual
Gemshorn 8' Quint 2 2/3' Klavierkoppel
Octav 4' Octav 2' Ventil
Rohrflaut 4' Krummhorn 8'
Quint 2 2/3'
Superoctav 2'
Mixtur 3 f. 2
Trompett 8'
Aanwezig op zondagmorgen 9.30 (hoogmis).
Meer informatie over dit orgel en de concertserie is te vinden op de website van Orgelkring Wijlre
Organist aan de St. Remigiuskerk te Klimmen
1985-2013
Orgel door Pereboom & Leijser, uit 1858
Dispositie
Grand'orgue C-g''' Positif Pédale C-c'
Bourdon 16 p Montre 8 p Sousbasse 16 p
Viole de Gambe 8 B/H Bourdon 8 p Violon 16 p
Bilingua 8 p (H) Salicional 8 p Flûte 8 p
Doublette 2 p Prestant 4 p
Fourniture 3 r. 1 1/3 p Flûte 4 p
Cornet 4 r. (H)
Trompette 8 p B/H Accouplement Claviers
Clairon 4 p Accouplement Pédale
(foto Ton Reijnaerdts, Maastricht)
1985-2013
Orgel door Pereboom & Leijser, uit 1858
Dispositie
Grand'orgue C-g''' Positif Pédale C-c'
Bourdon 16 p Montre 8 p Sousbasse 16 p
Viole de Gambe 8 B/H Bourdon 8 p Violon 16 p
Bilingua 8 p (H) Salicional 8 p Flûte 8 p
Doublette 2 p Prestant 4 p
Fourniture 3 r. 1 1/3 p Flûte 4 p
Cornet 4 r. (H)
Trompette 8 p B/H Accouplement Claviers
Clairon 4 p Accouplement Pédale
(foto Ton Reijnaerdts, Maastricht)
Activiteiten
Lid KVOK (Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici)
Redactielid Gregoriusblad 1983-2006
Redactielid Het historische orgel in Nederland ('Orgelencyclopedie', 15 delen) 1997-2008
Voorzitter Orgelkring Voerendaal
Voorzitter Orgelkring Wijlre
Voorzitter Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg (SOL) vanaf 2021
Concert 2024
- vrijdag 12 juli, 22.00 uur, Voerendaal, St. Laurentiuskerk, Candlelightconcert, werken van Dvorak, Bartok, Weill, Borstelmann
Concerten 2023:
- dinsdag 13 juni 2023, 20.00 uur, Panningen, Missiehuis, romantisch programma i.s.m. Erika Tieleman (orgel en cello)
- vrijdag 11 augustus, 20.00 uur, Voerendaal St. Laurentiuskerk, Candlelightconcert, populair Engels programma met samenzang
- zondag 8 oktober, 16.00 uur, Macharen, St. Betrus Banden, lezing afgewisseld met orgelwerken, over de orgelmakers Smits, i.s.m. Erika Tieleman
In 2022
- 3 april klooster Wittem, meditatief concert i.s.m. Erika Tieleman, cello
- 5 augustus Voerendaal St. Laurentius, Candlelightconcert
In 2021
- 15 augustus Wijlre, St. Gertrudis, Magnificatconcert i.s.m. Bernhard Pfeiffer (tenor)
In 2020 zomerconcert (Candlelightconcert) te Voerendaal, 7 augustus, met Erika Tieleman, Rob Waltmans en Anja Hendrikx
Redactielid Gregoriusblad 1983-2006
Redactielid Het historische orgel in Nederland ('Orgelencyclopedie', 15 delen) 1997-2008
Voorzitter Orgelkring Voerendaal
Voorzitter Orgelkring Wijlre
Voorzitter Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg (SOL) vanaf 2021
Concert 2024
- vrijdag 12 juli, 22.00 uur, Voerendaal, St. Laurentiuskerk, Candlelightconcert, werken van Dvorak, Bartok, Weill, Borstelmann
Concerten 2023:
- dinsdag 13 juni 2023, 20.00 uur, Panningen, Missiehuis, romantisch programma i.s.m. Erika Tieleman (orgel en cello)
- vrijdag 11 augustus, 20.00 uur, Voerendaal St. Laurentiuskerk, Candlelightconcert, populair Engels programma met samenzang
- zondag 8 oktober, 16.00 uur, Macharen, St. Betrus Banden, lezing afgewisseld met orgelwerken, over de orgelmakers Smits, i.s.m. Erika Tieleman
In 2022
- 3 april klooster Wittem, meditatief concert i.s.m. Erika Tieleman, cello
- 5 augustus Voerendaal St. Laurentius, Candlelightconcert
In 2021
- 15 augustus Wijlre, St. Gertrudis, Magnificatconcert i.s.m. Bernhard Pfeiffer (tenor)
In 2020 zomerconcert (Candlelightconcert) te Voerendaal, 7 augustus, met Erika Tieleman, Rob Waltmans en Anja Hendrikx
Publicaties / opnamen
2025
- 'De onfortuinlijke orgelmaker Antoon Kuerten', in Het Orgel 121/1, in druk/forthcoming.
2024
- "Je zuidelijke aard verloochen je nooit', in gesprek met orgelmaker Frans Vermeulen', in Het Orgel 120/3 (mei 2024), 10-15.
- 'Raadselachtige tekeningen in het Smits-archief' (1), (2) en (3), in De Orgelvriend 66/4 (mei 2024), 23-25, 66/5 (juni 2024), ..., en 66/6 (juli-augustus
2024), ...
2023
- ‘De klankwereld van de Smits-orgels’, in Het Orgel 119/1 (januari 2023), 12-17.
- ‘De derde generatie Smits’, in De Orgelvriend 65/2 (maart 2023), 8-13.
- 'Orgelfronten van Vollebregt' (1), (2), (3) en (4) in De Orgelvriend 65/4 (mei 2023), 26-29, 65/5 (juni), 26-29, 65/6 (juli-augustus), 20-23 en 65/7
(september), 38-41.
- 'Nederlandse betrekking van Ludwig König', in Het Orgel 119/2 (maart 2023), 12-21.
- ‘The singular organ builders Smits (the Netherlands)’, in The Organ Yearbook vol. 50 (2021).
- 'Ludwig König und seine Werke in den Niederlanden', in Ars Organi 71/2 (2023).
- 'Orgels en organisten bij Johannes Bosboom', in Het Orgel 119/4 (juli 2023).
- 'Ute Gremmel-Geuchen, allround en veelzijdig', in De Orgelvriend 6/7 (september 2023), 32-36.
2022
- ‘Schrijnwerkers, beeldhouwers en architecten voor orgels van de familie Smits’, in De Orgelvriend 64/1 (januari 2022), 45-50.
- ‘De orgelmakers Frans Smits en François Loret’, in De Orgelvriend 64/3 (april 2022), 10-15.
- ‘De orgels in Roermond, Nederweert en Aarle-Rixtel’, in De Orgelvriend 64/5 (juni 2022), 10-17.
- ‘Frans Smits en oude orgels’, in De Orgelvriend 64/6 (juli-augustus 2022), 18-23.
- ‘Kleine orgels van Smits’, in De Orgelvriend 64/8 (oktober 2022), 12-18.
- ‘Orgels van de tweede generatie Smits’, in De Orgelvriend 64/9 (november 2022), 29-34.
- ‘Het pronkstuk van de familie Smits: het orgel in Reek’, in De Orgelvriend 64/10 (december 2022), 24-28.
2021
- 'Ontwikkelingen in de bouwstijl van de orgelmakers Smits' (deel 1), in Het Orgel 117/6, 1-15.
- 'De orgelmakers Smits en het orgel van de Sint Jan in Den Bosch', in De Orgelvriend 63/9, 24-30.
- 'Het front van De Duif volgt een Eindhovens model', in De Orgelvriend 63/4, 26-29.
- 'Cornelis Rogier en zijn cahier' (deel 1 en 2), in Het Orgel 117/2, 42-50 en 117/3, 12-21.
- 'De leerschool van de orgelmakers Smits', in De Orgelvriend 63/2, 34-38.
- 'Zuid-Nederlandse organisten en orgelmakers in Noord-Brabant', in Orgelkunst 44/1, 4-18.
2020
- 'Het werk van de orgelmakers Brammertz en Gilman in Nederland en het gebruik ervan', deel 1 in Het Orgel 116/1, 24-32, deel 2 in 116/2, 1-13.
- mit Heinz-Josef Clemens, 'Die Orgelbauwerkstatt Brammertz und Gilman zu Kornelimünster', in Ars Organi 68/4 (nr. 172), 209-219.
2019
- 'Orgels van Brammertz en de Gilmans in België en de omgang ermee', in Orgelkunst nr. 166, jg. 42, 152-164.
- 'Stijlontwikkeling bij orgelmaker Joseph Binvignat', in Het Orgel 115/4, 26-31.
2018
- 'German Masters of the Triple Tierce: The Organ Builders Brammertz and Gilman at Kornelimünster', in The Organ Yearbook 47, 123-151.
- 'het orgel als spiritueel instrument', in Het Orgel 114/6, 14-19.
- 'Een andere kijk op de orgelmakers Smits', in De Orgelvriend 60/6, 22-26.
- 'De kas van het Seijbel-orgel in het Nationaal Orgelmuseum', in Het Orgel 114/2, 14-15.
2017
Sieur Jacobus Zeemans en de Bredase orgelbouw in de barok, Etten-Leur: Orgelkring Jacobus Zeemans, 64 blz. plus CD met orgelmuziek door Rob Nederlof gespeeld op de orgels te Etten en Leur.
2011
Het orgelmakersgeslacht Müller te Reifferscheid / Die Orgelbauerfamilie Müller zu Reifferscheid, Baexem, Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg, 228 blz., rijk geïllustreerd.
2011
'Leven en opvattingen van Francois Loret', in W. van der Ros (red.), De orgelmakers Loret en hun orgels in Nederland, Veldhoven: Vereniging Brabantse Orgelfederatie, blz. 4-11, plus enkele orgelbeschrijvingen.
1998
Pereboom en Leijser, orgelmakers te Maastricht, Maastricht: Samenwerkende Orgelvrienden Limburg, 256 blz. (i.s.m. H. van Loo en T. Reijnaerdts)
1992
Sieur Jacobus Zeemans, Etten-Leur: Heemkundekring, 80 blz.
1990
Nicolaas en Bernard van Hirtum, orgelmakers te Hilvarenbeek, Tilburg: Midden-Brabantse Orgelkring, 56 blz.
1988
'Het loflyk werk der Engelen', de katholieke kerkmuziek in Noord-Brabant van het einde der zeventiende tot het einde der negentiende eeuw, dissertatie, Tilburg, Zuidelijk Historisch Contact, 386 blz.
1983
Repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks 1900, 's-Hertogenbosch: Noordbrabants Genootschap, 380 blz.
1978
Tot roem van zijn makers: een studie over J.J. Vollebregt & Zoon, meester orgelmakers te 's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch: Noordbrabants Genootschap, 244 blz. (i.s.m. Ad van Sleuwen)
Verder tientallen artikelen over de geschiedenis van de orgelbouw, voornamelijk in Noord-Brabant, Limburg en België (moeten nog ingevoerd worden)
Muziek en orgelkunst
[kopij jubileumboek orgelkring Etten-Leur]
Een korte geschiedenis van de orgels in Etten-Leur
Frans Jespers
De geschiedenis van de orgels in de verschillende kerken en kloosters van Etten en Leur is nogal bewogen en ze is nog lang niet afgelopen. Bovendien wordt de geschiedenis van de muziekbeoefening erin weerspiegeld. We gaan hieronder niet op allerlei technische details in, maar proberen de hoofdlijnen vooral te laten zien. Voor de overzichtelijkheid zal ik de geschiedenis niet strikt chronologisch volgen, maar voornamelijk per kerk bekijken.
De oude kerk
De oude kerk die tegenwoordig als raadszaal van de gemeente Etten-Leur dient, moet in de zestiende eeuw behoorlijk groot zijn geweest, driemaal zo breed en tweemaal zo lang als nu het geval is. Rond 1500 was Etten een flink dorp met ruim vijfduizend inwoners, voor die tijd een grote plaats. Aan de kerk, toegewijd aan Maria, waren toen ongeveer tien priesters verbonden om geregeld missen te lezen aan de verschillende altaren. In een tekst van 1550 wordt vermeld dat er orgel gespeeld werd in deze kerk, maar meer weten we er niet van. In 1584 werden Etten en Leur namelijk geplunderd door Hollandse troepen. Beide kerken werden verwoest, wat wel het einde van het orgel betekende.
In de zestiende eeuw hadden de meeste grote stads- en dorpskerken een orgel, namelijk een positief op of bij het oksaal of koorhek dat het hoogkoor van het kerkschip afscheidde. Vermoedelijk was er in Etten ook zo’n klein orgel, waarop bij alle diensten op zon- en feestdagen gespeeld werd, afwisselend met de zang van de priesters.
Na 1584, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, volgde voor Etten een moeilijke periode, waarin het bevolkingsaantal halveerde. Het is begrijpelijk dat de kerk pas na lange tijd en maar gedeeltelijk kon worden herbouwd. In 1648 namen de protestanten deze oude kerk in gebruik. Onder hen hoorden de bestuurders en rijkere families van Etten. Na de herinrichting van de kerk probeerden zij dan ook om een orgel te bemachtigen. In 1676 bracht de Bredase ijzerhandelaar en orgelmaker Hendrik van der Locht op hun verzoek een oud orgeltje van de kerk van Sprundel over naar Etten. Maar van opknappen is het nooit gekomen, waarschijnlijk omdat het bij nader inzien te slecht was.
In 1699 volgde een nieuwe poging om een tweedehands orgel te verwerven, ditmaal met succes. Organist en orgelmaker Jacobus Zeemans (1665-1744) uit Breda had in 1691 voor de kerk van Roosendaal een orgel voltooid, waar hij ’s zondags zelf op speelde. Het was zijn eigendom, maar na zijn verhuizing naar Breda was er geen organist voor te vinden. Dus hij was blij dat hij het aan de kerk van Etten kon aanbieden, al moest het dan wel wat uitgebreid worden, onder andere met een schijnpositief in de balustrade. Zodoende kwam in de oude kerk voor een zacht prijsje het orgel terecht dat er nu nog te bewonderen is, met zijn kleurige kast en zijn mooie snijwerk. De protestanten konden voortaan op zondag hun psalmen zingen met orgelbegeleiding.
Van de oorspronkelijke situatie van dat orgel is eigenlijk voornamelijk de kast behouden gebleven, plus nog ruim honderd pijpjes. Maar het aankoopcontract bleef eveneens bewaard, zodat we weten hoe het eigenlijk was samengesteld (met twaalf gedeelde registers en aangehangen pedaal). Na verloop van tijd kwamen er mankementen. Af en toe haalde men er Zeemans bij. Maar hij was inmiddels zo druk bezet met zijn taken als organist aan de Grote Kerk van Breda, als leider van het muziekcollege aldaar, en als orgel- en uurwerkmaker bij verschillende projecten, dat het lastig was om hem nog in Etten aan het werk te krijgen.
Het orgel van de oude kerk ontsnapte maar net aan complete verwoesting toen in 1752 de kerktoren instortte; gelukkig stond het orgel een stuk van de toren af. Eerst moest een nieuwe toren gebouwd en de kerk heringericht worden, daarna kwam het orgel pas aan de beurt. In 1774 liet men een Hollandse orgelhandelaar, Jan Baars uit Vreeswijk, het orgel grotendeels vernieuwen. Erg degelijk gebeurde dat niet, want nog geen twintig jaar later schreef orgelmaker Nicolaas van Hirtum uit Hilvarenbeek dat dit orgel zo bouwvallig was dat het niet te repareren was. Twee jaar later beschadigden soldaten van het Franse leger kerk en orgel, zodat er jarenlang niet op gespeeld werd. Pas in 1815 liet men het instrument in orde brengen door J.C. Schmidt uit Gouda. Het kreeg toen acht registers.
De protestantse gemeente van enkele honderden leden heeft daarna ruim een eeuw gebruik gemaakt van dit orgel, waarvan het aanzicht indrukwekkender was dan de klank. In 1933 liet men het moderniseren, met een pneumatische bediening en zeven registers, door orgelmaker G. van Leeuwen uit Leiderdorp. Hierdoor werd de klank nog bescheidener; het orgel had niet eens een pedaal meer! In 1977 is de kerk overgedragen aan de burgerlijke gemeente, nadat de gecombineerde Hervormde gemeente van Etten en Leur haar kerkdiensten al enige jaren was gaan houden in een nieuwe kerkzaal, waarover verderop meer.
De burgerlijke gemeente heeft de oude kerk laten inrichten als raadszaal. Uiteindelijk kon ook het orgel hersteld worden. In 1994 voltooide orgelmaker Henk van Eeken uit Herwijnen een nieuw orgel in de oude kast, met gebruikmaking van ruim tweehonderd antieke pijpen van Zeemans en Schmidt. De kast is hersteld in de staat van 1699, en het binnenwerk, met tien registers en aangehangen pedaal, is gereconstrueerd naar de situatie van 1774.
Het Trouwkerkje
Ook de middeleeuwse kapel van Leur was in 1584 verwoest, zoals we zagen. In 1614 is ze herbouwd voor de protestantse eredienst en precies een eeuw later volgde een vergroting, ongeveer tot de huidige vorm. Blijkbaar was Leur toen een welvarend dorp met een actieve protestantse gemeente. Het dorpsbestuur van Etten, waar Leur onder viel, gaf orgelmaker Jacobus Zeemans in 1716 opdracht voor een nieuw orgel met tien gedeelde registers voor 1200 gulden. De orgelgalerij en de orgelkast werden afzonderlijk besteld voor een bedrag dat ruim het dubbele van het instrument zelf bedroeg, grotendeels betaald aan beeldhouwer Gerrit van der Block uit Breda. Ook in Leur vond men de buitenkant van het orgel belangrijker dan de binnenkant! Vanaf 1717 lieten de Leurse protestanten ’s zondags hun psalmen ondersteunen door stevige orgelklanken.
Dit instrument is wonderlijk goed bewaard gebleven. Dat heeft zowel te maken met de degelijkheid van de oorspronkelijke aanleg en als met de latere armoede en terugloop van de protestantse gemeente. Het orgel werd geregeld onderhouden, maar nooit ingrijpend veranderd. Aan de oorspronkelijke windladen, waar de pijpen op staan, valt af te lezen dat het klavier eerst in de bas langer was dan nu gebruikelijk (met contratonen vanaf G). In 1806 heeft de Bredase orgelmaker Anthonie Christianen een normaal klavier geplaatst. Later zijn drie scherper klinkende registers verwijderd. Maar bij de restauratie in 1972 door orgelmakerij Flentrop uit Zaandam konden die gereconstrueerd worden. Het orgel heeft geen pedaal. Alle registers zijn gedeeld, zoals bij Zeemans altijd het geval was.
In 1965 is de kerk overgedragen aan de burgelijke gemeente, die er sindsdien regelmatig gebruik van maakt, voornamelijk voor huwelijkssluitingen. Daarbij wordt het orgel vaak bespeeld.
De Lambertuskerk
Toen in 1648 de oude kerk van Etten aan de protestantse gemeente was toegewezen, hebben de katholieken al vrij snel een schuurkerk ingericht. Daar was geen orgel, maar vanaf 1713 wel een oksaal voor een klein zangkoor van mannen en vrouwen. Het gregoriaans en de missen die zij zongen klonken soms niet erg zuiver, en daarom bood lakenkoopman Adriaan Timmermans in 1741 aan om een orgeltje aan te schaffen, maar om een of andere reden ging dit plan niet door.
Pas in de nieuwe schuurkerk, gebouwd in 1790, kwam een orgeltje in gebruik, voor het eerst vermeld in 1791. Al gauw werd een groot orgel geplaatst door Christianen uit Breda, in 1797. Het was een instrument met een klavier en twaalf stemmen. Kerk en orgel hebben dienst gedaan tot 1876, toen de nieuwe, huidige Lambertuskerk is gebouwd. Het oude orgel is verkocht aan de kerk van Rucphen, waar het tot 1951 is gebruikt. De nieuwe Lambertuskerk vroeg blijkbaar zoveel investeringen, dat er lange tijd geen geld was voor een orgel. De organist moest het herenkoor begeleiden op een harmonium.
Pas in 1906 kon er een orgel geplaatst worden door de firma Franssen uit Roermond. Hun instrumenten bleken niet erg betrouwbaar. Het Lambertusorgel was pneumatisch, met dertig registers op twee klavieren en pedaal. Dit instrument is in 1955 elektro-pneumatisch gemaakt door de firma Vermeulen uit Weert. Maar rond 1965 is het stil gelegd en daarna geleidelijk gesloopt. Er zijn wel plannen geweest voor herstel, en later voor aanschaf van een ander, antiek orgel voor het oksaal, maar door de teruglopende belangstelling voor kerk en eredienst zijn die plannen niet gerealiseerd.
In 1966 liet het kerkbestuur een nieuw orgel bouwen door de firma Pels & Van Leeuwen uit Alkmaar, een mechanisch instrument met twee klavieren, vrij pedaal en dertien registers. Het staat opgesteld in de buurt van het altaar van de kerk, waar ook het zangkoor (inmiddels gemengd) zijn plaats heeft. Dit orgel is later nog wat uitgebreid en fungeert als belangrijkste instrument in de liturgie.
De Petruskerk
De katholieken van Leur hebben na de overdracht van hun kapel een tijdlang op andere plaatsen de zondagsmis moeten volgen. In 1787 werd Leur een zelfstandige parochie en kwam er een schuurkerk tot stand. Daarin is rond 1815 een tweedehands orgel geplaatst, afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden; daar waren in de Franse tijd alle kloosters gesloten, zodat er honderden orgels te koop stonden. Een beschrijving van het Leurse orgel van circa 1860 noemt twaalf registers.
Toen in 1889 de huidige Petruskerk gereed kwam, is het oude orgel afgedankt. Net zoals in Etten was er geen geld voor een nieuw orgel en behielp het zangkoor zich met een harmonium. Pas in 1912 kreeg P. Vermeulen uit Weert opdracht om een nieuw orgel te leveren, dat in twee kasten werd opgesteld op het oksaal, tegen de zijkanten van de toren. Het was een pneumatisch instrument met twee klavieren en pedaal, en in totaal twintig registers. In 1981 is dit orgel door dezelfde firma verplaatst naar het priesterkoor van de kerk, met enige aanpassingen; de tractuur werd elektro-pneumatisch. De stijlvolle neogotische kas van wat nu Ettens grootste orgel is, komt hier goed tot zijn recht.
De Franciscanessen van het Withof
In 1820 vestigden zich vijf zusters in Huize Adama in Etten. Ze openden spoedig een pensionaat voor meisjes. Dit pensionaat had als kapel een ‘gotische zaal’, waarin volgens een bericht van rond 1860 een huisorgel stond, geleverd door Smit en Damen. Maar in de jaren na 1850 lieten de zusters voor het klooster een aparte kapel bouwen. Kort vóór 1859 gaven zij de toen beroemde orgelmaker F.B. Loret uit Mechelen opdracht om in deze kapel een nieuw orgel te plaatsen, waarschijnlijk met één klavier. Hier zongen de zusters elke dag tijdens de mis en het lof , dus het orgel werd intensief bespeeld. Bij feestelijke gelegenheden voerde het koor van het meisjesinternaat hier meerstemmige missen uit.
Rond 1900 is de grote kapel gebouwd, waarvoor de firma Franssen uit Roermond in 1912 een pneumatisch instrument met twee klavieren en pedaal vervaardigde. Maar na een vernieuwing van de kapel in 1965 waren de zusters ook aan een nieuw orgel toe. Ze lieten orgelmaker Vermeulen uit Weert een ferm mechanisch orgel bouwen met zestien registers op twee klavieren en pedaal. Het kreeg een plaats vooraan in de kapel, dicht bij het liturgisch centrum en de zusters. Na 1990, toen er in het klooster veel minder zusters woonden, werd het orgel weinig meer gebruikt. In 2005 is het verkocht aan de parochiekerk van Zevenbergschenhoek; kort daarna is de kapel ontruimd.
Bij het kloostercomplex hoorden in de loop der tijd nog enkele andere kapellen, zoals die van het internaat. Voorzover bekend hebben daar geen pijporgels in gestaan. Ook in de gebedsruimte van klooster Santa Clara is dat niet het geval.
De Broeders
De Broeders Penitenten, meestal Broeders van Liefde genoemd, hadden in Etten rond 1900 een groot internaat gesticht, dat na 1970 door de overheid is overgenomen. In de grote kapel lieten zij rond 1910 een nieuw orgel bouwen door P. Vermeulen in Weert. Het was een pneumatisch instrument met tien registers op twee klavieren en pedaal; rond 1975 was het nog in gebruik. Ook beschikten de broeders toen in een andere kapel over een klein unitorgel van de firma Melodia Verweys uit 1938. Inmiddels zijn de broeders uit het klooster vertrokken en zijn ook beide orgels verdwenen.
Het Elisabethgasthuis
Het Elisabethgasthuis kreeg rond 1900 een grote neogotische kapel. Het is niet bekend of daar in het begin al een pijporgel stond. In elk geval leverde de firma Verschueren uit Heythuysen er in 1951 een orgel met drie basisregisters en vele afgeleide registers (unitsysteem), op twee klavieren en pedaal. Toen het oude gasthuis gesloopt werd, bleef de kapel gespaard, maar is het orgel verkocht aan de H. Hartkerk in Etten. In het nieuwe verzorgingstehuis is wel een ruimte waar vieringen worden gehouden, maar een pijporgel is er niet.
Huize Antonius
Ook het Antoniusinstituut had een flinke kapel. Over orgels daarin is weinig uitgezocht. Rond 1965 is de oude kapel afgebrand. Het verhaal gaat dat bij die brand een antiek orgeltje verloren zou zijn gegaan. Momenteel beschikt de instelling, onder de naam Het Hooghuys, wel over een zaal die ook kerkdiensten geschikt is, maar daar is geen pijporgel aanwezig.
De Heilig-Hartkerk
In 1957 kwam de katholieke Heilig-Hartkerk aan de Kerkwerve gereed. In 1971 is hier het orgel uit de kapel van het Elisabethgasthuis geplaatst. Zoals gezegd gaat het om een orgel met een unitsysteem.
Centrum De Baai
De samengevoegde protestantse gemeente Etten-Leur betrok in 1965 het kerkelijk centrum De Baai. Lange tijd bediende men zich bij de diensten in de kerkzaal van een elektronisch orgel, omdat er geen middelen voor een pijporgel waren. Enkele jaren geleden kocht men voor een aantrekkelijke prijs een flink pijporgel van een particulier. Een ouderling-kerkvoogd vervaardigde er een nieuwe orgelkas voor. Het pijpwerk zou al zo’n honderd jaar oud zijn. Maar de tractuur is elektro-pneumatisch; deze functioneerde aanvankelijk niet vlekkeloos, maar is kort geleden hersteld. Dit orgel bezit achttien registers op twee klavieren en vrij pedaal, maar enkele registers zijn transmissies.
In de afgelopen vijf eeuwen is er in de kerken en kapellen van Etten-Leur heel wat gezongen, orgel gespeeld en met andere instrumenten gemusiceerd. Allerlei stijlen en typen van klassieke en moderne muziek zijn op de orgels beoefend. Van de vele orgels die er werden aangeschaft zijn er nu nog zes over, als onze gegevens kloppen. Van die zes zijn er twee monumentaal, maar het orgel van de Petruskerk is inmiddels ook bijna een eeuw oud en het heeft een karakteristieke klank. Van sommige orgels is de geschiedenis nauwkeurig uitgezocht, van andere weten we nog maar weinig. Het belangrijkste is, dat de overgebleven instrumenten flink bespeeld en goed onderhouden worden, want ze behoren bij het cultuurgoed van Etten-Leur.
Een korte geschiedenis van de orgels in Etten-Leur
Frans Jespers
De geschiedenis van de orgels in de verschillende kerken en kloosters van Etten en Leur is nogal bewogen en ze is nog lang niet afgelopen. Bovendien wordt de geschiedenis van de muziekbeoefening erin weerspiegeld. We gaan hieronder niet op allerlei technische details in, maar proberen de hoofdlijnen vooral te laten zien. Voor de overzichtelijkheid zal ik de geschiedenis niet strikt chronologisch volgen, maar voornamelijk per kerk bekijken.
De oude kerk
De oude kerk die tegenwoordig als raadszaal van de gemeente Etten-Leur dient, moet in de zestiende eeuw behoorlijk groot zijn geweest, driemaal zo breed en tweemaal zo lang als nu het geval is. Rond 1500 was Etten een flink dorp met ruim vijfduizend inwoners, voor die tijd een grote plaats. Aan de kerk, toegewijd aan Maria, waren toen ongeveer tien priesters verbonden om geregeld missen te lezen aan de verschillende altaren. In een tekst van 1550 wordt vermeld dat er orgel gespeeld werd in deze kerk, maar meer weten we er niet van. In 1584 werden Etten en Leur namelijk geplunderd door Hollandse troepen. Beide kerken werden verwoest, wat wel het einde van het orgel betekende.
In de zestiende eeuw hadden de meeste grote stads- en dorpskerken een orgel, namelijk een positief op of bij het oksaal of koorhek dat het hoogkoor van het kerkschip afscheidde. Vermoedelijk was er in Etten ook zo’n klein orgel, waarop bij alle diensten op zon- en feestdagen gespeeld werd, afwisselend met de zang van de priesters.
Na 1584, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, volgde voor Etten een moeilijke periode, waarin het bevolkingsaantal halveerde. Het is begrijpelijk dat de kerk pas na lange tijd en maar gedeeltelijk kon worden herbouwd. In 1648 namen de protestanten deze oude kerk in gebruik. Onder hen hoorden de bestuurders en rijkere families van Etten. Na de herinrichting van de kerk probeerden zij dan ook om een orgel te bemachtigen. In 1676 bracht de Bredase ijzerhandelaar en orgelmaker Hendrik van der Locht op hun verzoek een oud orgeltje van de kerk van Sprundel over naar Etten. Maar van opknappen is het nooit gekomen, waarschijnlijk omdat het bij nader inzien te slecht was.
In 1699 volgde een nieuwe poging om een tweedehands orgel te verwerven, ditmaal met succes. Organist en orgelmaker Jacobus Zeemans (1665-1744) uit Breda had in 1691 voor de kerk van Roosendaal een orgel voltooid, waar hij ’s zondags zelf op speelde. Het was zijn eigendom, maar na zijn verhuizing naar Breda was er geen organist voor te vinden. Dus hij was blij dat hij het aan de kerk van Etten kon aanbieden, al moest het dan wel wat uitgebreid worden, onder andere met een schijnpositief in de balustrade. Zodoende kwam in de oude kerk voor een zacht prijsje het orgel terecht dat er nu nog te bewonderen is, met zijn kleurige kast en zijn mooie snijwerk. De protestanten konden voortaan op zondag hun psalmen zingen met orgelbegeleiding.
Van de oorspronkelijke situatie van dat orgel is eigenlijk voornamelijk de kast behouden gebleven, plus nog ruim honderd pijpjes. Maar het aankoopcontract bleef eveneens bewaard, zodat we weten hoe het eigenlijk was samengesteld (met twaalf gedeelde registers en aangehangen pedaal). Na verloop van tijd kwamen er mankementen. Af en toe haalde men er Zeemans bij. Maar hij was inmiddels zo druk bezet met zijn taken als organist aan de Grote Kerk van Breda, als leider van het muziekcollege aldaar, en als orgel- en uurwerkmaker bij verschillende projecten, dat het lastig was om hem nog in Etten aan het werk te krijgen.
Het orgel van de oude kerk ontsnapte maar net aan complete verwoesting toen in 1752 de kerktoren instortte; gelukkig stond het orgel een stuk van de toren af. Eerst moest een nieuwe toren gebouwd en de kerk heringericht worden, daarna kwam het orgel pas aan de beurt. In 1774 liet men een Hollandse orgelhandelaar, Jan Baars uit Vreeswijk, het orgel grotendeels vernieuwen. Erg degelijk gebeurde dat niet, want nog geen twintig jaar later schreef orgelmaker Nicolaas van Hirtum uit Hilvarenbeek dat dit orgel zo bouwvallig was dat het niet te repareren was. Twee jaar later beschadigden soldaten van het Franse leger kerk en orgel, zodat er jarenlang niet op gespeeld werd. Pas in 1815 liet men het instrument in orde brengen door J.C. Schmidt uit Gouda. Het kreeg toen acht registers.
De protestantse gemeente van enkele honderden leden heeft daarna ruim een eeuw gebruik gemaakt van dit orgel, waarvan het aanzicht indrukwekkender was dan de klank. In 1933 liet men het moderniseren, met een pneumatische bediening en zeven registers, door orgelmaker G. van Leeuwen uit Leiderdorp. Hierdoor werd de klank nog bescheidener; het orgel had niet eens een pedaal meer! In 1977 is de kerk overgedragen aan de burgerlijke gemeente, nadat de gecombineerde Hervormde gemeente van Etten en Leur haar kerkdiensten al enige jaren was gaan houden in een nieuwe kerkzaal, waarover verderop meer.
De burgerlijke gemeente heeft de oude kerk laten inrichten als raadszaal. Uiteindelijk kon ook het orgel hersteld worden. In 1994 voltooide orgelmaker Henk van Eeken uit Herwijnen een nieuw orgel in de oude kast, met gebruikmaking van ruim tweehonderd antieke pijpen van Zeemans en Schmidt. De kast is hersteld in de staat van 1699, en het binnenwerk, met tien registers en aangehangen pedaal, is gereconstrueerd naar de situatie van 1774.
Het Trouwkerkje
Ook de middeleeuwse kapel van Leur was in 1584 verwoest, zoals we zagen. In 1614 is ze herbouwd voor de protestantse eredienst en precies een eeuw later volgde een vergroting, ongeveer tot de huidige vorm. Blijkbaar was Leur toen een welvarend dorp met een actieve protestantse gemeente. Het dorpsbestuur van Etten, waar Leur onder viel, gaf orgelmaker Jacobus Zeemans in 1716 opdracht voor een nieuw orgel met tien gedeelde registers voor 1200 gulden. De orgelgalerij en de orgelkast werden afzonderlijk besteld voor een bedrag dat ruim het dubbele van het instrument zelf bedroeg, grotendeels betaald aan beeldhouwer Gerrit van der Block uit Breda. Ook in Leur vond men de buitenkant van het orgel belangrijker dan de binnenkant! Vanaf 1717 lieten de Leurse protestanten ’s zondags hun psalmen ondersteunen door stevige orgelklanken.
Dit instrument is wonderlijk goed bewaard gebleven. Dat heeft zowel te maken met de degelijkheid van de oorspronkelijke aanleg en als met de latere armoede en terugloop van de protestantse gemeente. Het orgel werd geregeld onderhouden, maar nooit ingrijpend veranderd. Aan de oorspronkelijke windladen, waar de pijpen op staan, valt af te lezen dat het klavier eerst in de bas langer was dan nu gebruikelijk (met contratonen vanaf G). In 1806 heeft de Bredase orgelmaker Anthonie Christianen een normaal klavier geplaatst. Later zijn drie scherper klinkende registers verwijderd. Maar bij de restauratie in 1972 door orgelmakerij Flentrop uit Zaandam konden die gereconstrueerd worden. Het orgel heeft geen pedaal. Alle registers zijn gedeeld, zoals bij Zeemans altijd het geval was.
In 1965 is de kerk overgedragen aan de burgelijke gemeente, die er sindsdien regelmatig gebruik van maakt, voornamelijk voor huwelijkssluitingen. Daarbij wordt het orgel vaak bespeeld.
De Lambertuskerk
Toen in 1648 de oude kerk van Etten aan de protestantse gemeente was toegewezen, hebben de katholieken al vrij snel een schuurkerk ingericht. Daar was geen orgel, maar vanaf 1713 wel een oksaal voor een klein zangkoor van mannen en vrouwen. Het gregoriaans en de missen die zij zongen klonken soms niet erg zuiver, en daarom bood lakenkoopman Adriaan Timmermans in 1741 aan om een orgeltje aan te schaffen, maar om een of andere reden ging dit plan niet door.
Pas in de nieuwe schuurkerk, gebouwd in 1790, kwam een orgeltje in gebruik, voor het eerst vermeld in 1791. Al gauw werd een groot orgel geplaatst door Christianen uit Breda, in 1797. Het was een instrument met een klavier en twaalf stemmen. Kerk en orgel hebben dienst gedaan tot 1876, toen de nieuwe, huidige Lambertuskerk is gebouwd. Het oude orgel is verkocht aan de kerk van Rucphen, waar het tot 1951 is gebruikt. De nieuwe Lambertuskerk vroeg blijkbaar zoveel investeringen, dat er lange tijd geen geld was voor een orgel. De organist moest het herenkoor begeleiden op een harmonium.
Pas in 1906 kon er een orgel geplaatst worden door de firma Franssen uit Roermond. Hun instrumenten bleken niet erg betrouwbaar. Het Lambertusorgel was pneumatisch, met dertig registers op twee klavieren en pedaal. Dit instrument is in 1955 elektro-pneumatisch gemaakt door de firma Vermeulen uit Weert. Maar rond 1965 is het stil gelegd en daarna geleidelijk gesloopt. Er zijn wel plannen geweest voor herstel, en later voor aanschaf van een ander, antiek orgel voor het oksaal, maar door de teruglopende belangstelling voor kerk en eredienst zijn die plannen niet gerealiseerd.
In 1966 liet het kerkbestuur een nieuw orgel bouwen door de firma Pels & Van Leeuwen uit Alkmaar, een mechanisch instrument met twee klavieren, vrij pedaal en dertien registers. Het staat opgesteld in de buurt van het altaar van de kerk, waar ook het zangkoor (inmiddels gemengd) zijn plaats heeft. Dit orgel is later nog wat uitgebreid en fungeert als belangrijkste instrument in de liturgie.
De Petruskerk
De katholieken van Leur hebben na de overdracht van hun kapel een tijdlang op andere plaatsen de zondagsmis moeten volgen. In 1787 werd Leur een zelfstandige parochie en kwam er een schuurkerk tot stand. Daarin is rond 1815 een tweedehands orgel geplaatst, afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden; daar waren in de Franse tijd alle kloosters gesloten, zodat er honderden orgels te koop stonden. Een beschrijving van het Leurse orgel van circa 1860 noemt twaalf registers.
Toen in 1889 de huidige Petruskerk gereed kwam, is het oude orgel afgedankt. Net zoals in Etten was er geen geld voor een nieuw orgel en behielp het zangkoor zich met een harmonium. Pas in 1912 kreeg P. Vermeulen uit Weert opdracht om een nieuw orgel te leveren, dat in twee kasten werd opgesteld op het oksaal, tegen de zijkanten van de toren. Het was een pneumatisch instrument met twee klavieren en pedaal, en in totaal twintig registers. In 1981 is dit orgel door dezelfde firma verplaatst naar het priesterkoor van de kerk, met enige aanpassingen; de tractuur werd elektro-pneumatisch. De stijlvolle neogotische kas van wat nu Ettens grootste orgel is, komt hier goed tot zijn recht.
De Franciscanessen van het Withof
In 1820 vestigden zich vijf zusters in Huize Adama in Etten. Ze openden spoedig een pensionaat voor meisjes. Dit pensionaat had als kapel een ‘gotische zaal’, waarin volgens een bericht van rond 1860 een huisorgel stond, geleverd door Smit en Damen. Maar in de jaren na 1850 lieten de zusters voor het klooster een aparte kapel bouwen. Kort vóór 1859 gaven zij de toen beroemde orgelmaker F.B. Loret uit Mechelen opdracht om in deze kapel een nieuw orgel te plaatsen, waarschijnlijk met één klavier. Hier zongen de zusters elke dag tijdens de mis en het lof , dus het orgel werd intensief bespeeld. Bij feestelijke gelegenheden voerde het koor van het meisjesinternaat hier meerstemmige missen uit.
Rond 1900 is de grote kapel gebouwd, waarvoor de firma Franssen uit Roermond in 1912 een pneumatisch instrument met twee klavieren en pedaal vervaardigde. Maar na een vernieuwing van de kapel in 1965 waren de zusters ook aan een nieuw orgel toe. Ze lieten orgelmaker Vermeulen uit Weert een ferm mechanisch orgel bouwen met zestien registers op twee klavieren en pedaal. Het kreeg een plaats vooraan in de kapel, dicht bij het liturgisch centrum en de zusters. Na 1990, toen er in het klooster veel minder zusters woonden, werd het orgel weinig meer gebruikt. In 2005 is het verkocht aan de parochiekerk van Zevenbergschenhoek; kort daarna is de kapel ontruimd.
Bij het kloostercomplex hoorden in de loop der tijd nog enkele andere kapellen, zoals die van het internaat. Voorzover bekend hebben daar geen pijporgels in gestaan. Ook in de gebedsruimte van klooster Santa Clara is dat niet het geval.
De Broeders
De Broeders Penitenten, meestal Broeders van Liefde genoemd, hadden in Etten rond 1900 een groot internaat gesticht, dat na 1970 door de overheid is overgenomen. In de grote kapel lieten zij rond 1910 een nieuw orgel bouwen door P. Vermeulen in Weert. Het was een pneumatisch instrument met tien registers op twee klavieren en pedaal; rond 1975 was het nog in gebruik. Ook beschikten de broeders toen in een andere kapel over een klein unitorgel van de firma Melodia Verweys uit 1938. Inmiddels zijn de broeders uit het klooster vertrokken en zijn ook beide orgels verdwenen.
Het Elisabethgasthuis
Het Elisabethgasthuis kreeg rond 1900 een grote neogotische kapel. Het is niet bekend of daar in het begin al een pijporgel stond. In elk geval leverde de firma Verschueren uit Heythuysen er in 1951 een orgel met drie basisregisters en vele afgeleide registers (unitsysteem), op twee klavieren en pedaal. Toen het oude gasthuis gesloopt werd, bleef de kapel gespaard, maar is het orgel verkocht aan de H. Hartkerk in Etten. In het nieuwe verzorgingstehuis is wel een ruimte waar vieringen worden gehouden, maar een pijporgel is er niet.
Huize Antonius
Ook het Antoniusinstituut had een flinke kapel. Over orgels daarin is weinig uitgezocht. Rond 1965 is de oude kapel afgebrand. Het verhaal gaat dat bij die brand een antiek orgeltje verloren zou zijn gegaan. Momenteel beschikt de instelling, onder de naam Het Hooghuys, wel over een zaal die ook kerkdiensten geschikt is, maar daar is geen pijporgel aanwezig.
De Heilig-Hartkerk
In 1957 kwam de katholieke Heilig-Hartkerk aan de Kerkwerve gereed. In 1971 is hier het orgel uit de kapel van het Elisabethgasthuis geplaatst. Zoals gezegd gaat het om een orgel met een unitsysteem.
Centrum De Baai
De samengevoegde protestantse gemeente Etten-Leur betrok in 1965 het kerkelijk centrum De Baai. Lange tijd bediende men zich bij de diensten in de kerkzaal van een elektronisch orgel, omdat er geen middelen voor een pijporgel waren. Enkele jaren geleden kocht men voor een aantrekkelijke prijs een flink pijporgel van een particulier. Een ouderling-kerkvoogd vervaardigde er een nieuwe orgelkas voor. Het pijpwerk zou al zo’n honderd jaar oud zijn. Maar de tractuur is elektro-pneumatisch; deze functioneerde aanvankelijk niet vlekkeloos, maar is kort geleden hersteld. Dit orgel bezit achttien registers op twee klavieren en vrij pedaal, maar enkele registers zijn transmissies.
In de afgelopen vijf eeuwen is er in de kerken en kapellen van Etten-Leur heel wat gezongen, orgel gespeeld en met andere instrumenten gemusiceerd. Allerlei stijlen en typen van klassieke en moderne muziek zijn op de orgels beoefend. Van de vele orgels die er werden aangeschaft zijn er nu nog zes over, als onze gegevens kloppen. Van die zes zijn er twee monumentaal, maar het orgel van de Petruskerk is inmiddels ook bijna een eeuw oud en het heeft een karakteristieke klank. Van sommige orgels is de geschiedenis nauwkeurig uitgezocht, van andere weten we nog maar weinig. Het belangrijkste is, dat de overgebleven instrumenten flink bespeeld en goed onderhouden worden, want ze behoren bij het cultuurgoed van Etten-Leur.
|